download hier de stamboom van de Tarquinii:
stamboom_tarquinii.docx | |
File Size: | 34 kb |
File Type: | docx |
het einde van de koningstijd: geschiedenis met een knipoog:
Een "moderne" Lucretia:
Artemisia Gentileschi (1593-1653)
Artemisia groeide op als enig meisje tussen drie broers in het Rome van de zeventiende eeuw. Al op zeer jonge leeftijd maakte zij via het schildersatelier van haar vader, Orazio Gentileschi zelf een begenadigd schilder, kennis met de schilderkunst. Vrij gauw werd haar uitzonderlijk talent duidelijk, maar omdat ze een meisje was, kon ze niet toegelaten worden tot de schilderacademie. Haar vader besloot dan maar om haar in de leer te laten bij een bevriende gildebroeder, Agostino Tassi (1578-1644).
Dit laatste had hij beter niet kunnen doen, want Tassi vergreep zich binnen de kortste keren aan Artemisia. Hoewel hij beloofde haar te huwen kwam Tassi zijn belofte niet na waardoor het tot een langdurig en ingewikkeld proces kwam waarbij Artemisia onderworpen werd aan een vernederend gynaecologisch onderzoek. Het trauma dat zij door de ganse zaak hierbij opliep zal later als een rode draad in haar werk aanwezig blijven.
Ondertussen zorgde haar vader vlug voor een huwelijk om haar eer te redden. Pietro Stiattesi, een wat middelmatige schilder wordt de uitverkorene en het jonge paar vestigt zich in Florence. Daar maakt ze kennis met Galileo Galilei (1564-1642) en begint te werken voor de machtige familie de Medeci. In 1616 wordt ze als eerste vrouw toegelaten tot de Accademia dell’Arte del designo en kan ze eindelijk een volwaardige schildersopleiding genieten.
Na enige tijd botert het niet goed meer met haar Pietro en eind 1620 keert Artemisia terug naar Rome waar ze met haar indringende schilderwerken veel lof oogst. Na een kort verblijf in Genua en Venetië, verhuist ze naar Napels. Enkele jaren later reist ze op uitnodiging van de Engelse koning Karel I (1600-1649) naar Londen waar ze opnieuw het schilderspenseel hanteert samen met haar vader Orazio die daar ondertussen tot hofschilder is aangesteld. Na diens dood in 1639, verlaat ze Engeland om zich opnieuw, ditmaal definitief, in Napels te vestigen waar ze tot aan haar dood actief blijft als schilderes. Van haar ongetwijfeld grote oeuvre blijven er vandaag de dag echter amper 34 werken over. Enkele ervan onder de loepeNaast historisch getinte verhalen vormen in de thematiek van Artemisia’s schilderijen voornamelijk Bijbelse onderwerpen en vertellingen dikwijls de terugkerende elementen. Wel bijzonder is dat zij haar composities vaak op subtiele wijze doorweeft met verwijzingen naar het leed dat haar vroegere mentor, Agostino Tassi, haar aandeed.
Artemisia groeide op als enig meisje tussen drie broers in het Rome van de zeventiende eeuw. Al op zeer jonge leeftijd maakte zij via het schildersatelier van haar vader, Orazio Gentileschi zelf een begenadigd schilder, kennis met de schilderkunst. Vrij gauw werd haar uitzonderlijk talent duidelijk, maar omdat ze een meisje was, kon ze niet toegelaten worden tot de schilderacademie. Haar vader besloot dan maar om haar in de leer te laten bij een bevriende gildebroeder, Agostino Tassi (1578-1644).
Dit laatste had hij beter niet kunnen doen, want Tassi vergreep zich binnen de kortste keren aan Artemisia. Hoewel hij beloofde haar te huwen kwam Tassi zijn belofte niet na waardoor het tot een langdurig en ingewikkeld proces kwam waarbij Artemisia onderworpen werd aan een vernederend gynaecologisch onderzoek. Het trauma dat zij door de ganse zaak hierbij opliep zal later als een rode draad in haar werk aanwezig blijven.
Ondertussen zorgde haar vader vlug voor een huwelijk om haar eer te redden. Pietro Stiattesi, een wat middelmatige schilder wordt de uitverkorene en het jonge paar vestigt zich in Florence. Daar maakt ze kennis met Galileo Galilei (1564-1642) en begint te werken voor de machtige familie de Medeci. In 1616 wordt ze als eerste vrouw toegelaten tot de Accademia dell’Arte del designo en kan ze eindelijk een volwaardige schildersopleiding genieten.
Na enige tijd botert het niet goed meer met haar Pietro en eind 1620 keert Artemisia terug naar Rome waar ze met haar indringende schilderwerken veel lof oogst. Na een kort verblijf in Genua en Venetië, verhuist ze naar Napels. Enkele jaren later reist ze op uitnodiging van de Engelse koning Karel I (1600-1649) naar Londen waar ze opnieuw het schilderspenseel hanteert samen met haar vader Orazio die daar ondertussen tot hofschilder is aangesteld. Na diens dood in 1639, verlaat ze Engeland om zich opnieuw, ditmaal definitief, in Napels te vestigen waar ze tot aan haar dood actief blijft als schilderes. Van haar ongetwijfeld grote oeuvre blijven er vandaag de dag echter amper 34 werken over. Enkele ervan onder de loepeNaast historisch getinte verhalen vormen in de thematiek van Artemisia’s schilderijen voornamelijk Bijbelse onderwerpen en vertellingen dikwijls de terugkerende elementen. Wel bijzonder is dat zij haar composities vaak op subtiele wijze doorweeft met verwijzingen naar het leed dat haar vroegere mentor, Agostino Tassi, haar aandeed.